Spanje olé

29 augustus 2018 - Mimizan, Frankrijk

Ik had het in Frankrijk al hartstikke druk maar nu ik in Spanje ben blijft er werkelijk bijna geen tijd over om nieuwe reisverhalen te publiceren. De dag begint met wakker worden, ergens tussen 7 en 8 uur, en dan rugzak inpakken, ontbijtje scoren en op pad.  En als ik dan in de namiddag ben aangekomen op de plek van bestemming voor die dag dan is het tijd voor een biertje, douchen en kletsen, nog een biertje, nog meer kletsen en eten, al dan niet met mede-pelgrims. Voordat je het weet is het 10 uur en tijd om naar bed te gaan. 

En dus is het al meer dan een maand geleden is dat ik op deze wijze verslag deed van mijn wel en wee. De grootste wee was het verlies van mijn iPhone. Om de communicatie met de buitenwereld nog enigszins gaande te houden kocht ik bij de firma Boughtel voor de lieve som van 25 euro een nieuwe (model jaren 90) mobiel. Ik zou daar in ieder geval mee moeten kunnen smsen en bellen, als tenminste mijn beltegoed toereikend was. Nou niet dus! Het is mij twee of drie keer gelukt te bellen en/of een sms te verzenden en de enige die mij nog af en toe een sms’je stuurt is de de firma Boughtel zelf. Bijvoorbeeld met de mededeling dat iemand geprobeerd heeft mij te bellen en dat als ik meer wil weten 660 moet bellen. Als ik dat dan doe zegt de telefoonmevrouw dat de klantenservice niet bereikbaar is. “Probeert u het later nog een keer.” Meer ergernis dan vreugde kortom, dus dat toestel is al lang geleden ergens onderin mijn rugzak terecht gekomen.

Vervolgens had Nora het sublieme idee om in Nederland een nieuwe SIMkaart voor mij te regelen en om die dan op te sturen naar de jeugdherberg in SAN Sebastián. Ik zou dan gewapend met de SIMkaart in SAN Sebastián naar de iPhone winkel gaan om een nieuwe te kopen. Volgens de aan Nora gedane mededeling zou de verzending 2 a 3 dagen in beslag nemen maar toen ik op dag 5 na verzending bij de jeugdherberg aankwam lag er geen SIMkaart voor mij klaar. Dag 6 bracht daarin geen verandering, ook niet na de postbezorging, dus ik ben zonder nieuwe iPhone vertrokken. Nou ja, het is misschien moeilijk voorstelbaar maar inmiddels weet ik dat een leven zonder mobiel ook mogelijk is. (En als ik straks weer thuis ben ga ik wel meteen een nieuwe kopen.)

Na mijn vorige reisverhaaltje op 12 juli heb ik nog bijna twee weken in Frankrijk gelopen, voordat ik op 24 juli voet op Spaanse bodem zette. En dat laatste stukje Frankrijk was dus best nog wel even afzien, vooral omdat het dagen achtereen steeds warmer dan 30 graden was. Dat was behoorlijk uitputtend en eerlijk gezegd heb ik overwogen om het Spaanse deel volgend jaar te gaan lopen. En toen was daar Jean-Paul.

Ergens in de buurt van Biarritz haalde ik hem in. Typische verschijning van een pelgrim: rugzak, korte broek, bruine armen en benen, ongeschoren, slank gestalte en doorweekt van het zweet. We raakten aan de praat, voor zover mijn Frans dat toelaat, en we liepen samen enkele kilometers naar een camping waar we hebben overnacht. Zo is het gekomen en inmiddels lopen we dus al zo’n maand gezamenlijk en vanaf 24 juli doen we dat dus in Spanje. Dat wil zeggen: een van ons tweeen loopt voorop (meestal ben ik dat) en de ander volgt op tenminste enkele tientallen meters. Zo hoeven we ons tijdens het wandelen tenminste niet met elkaar bezig te houden; voor conversatie is er voldoende ruimte tijdens de pauzes/lunch/diner en in de albergues met andere pelgrims. 

De albergues en de andere pelgrims, dat is waarom Spanje een totaal andere ervaring  is dan het traject tot aan de Spaanse grens. Je moet redelijk bestand zijn tegen ‘the loneliness of the long-distance walker’ om ongeschonden bij de Spaanse grens aan te komen. En dan ineens zijn daar de andere pelgrims en de albergues waar bijna iedereen voor een appel en een ei de nacht doorbrengt. De herbergen zijn er in alle soorten en maten, van ongelofelijk primitief en basaal (met bijvoorbeeld slechts een douche voor 50 pelgrims, die dan in een slaapzaal zonder fatsoenlijke ventilatie de nacht moeten zien door te komen)  tot de wat luxere privé-herbergen die over het algemeen tenminste schoon zijn. Maar in ieder geval zijn er altijd de stapelbedden in de gemeenschappelijke slaapzalen en het onvermijdelijke gesnurk dat uit diverse richtingen op je afkomt. Soms geldt er ook een streng regime; dan moet je voor 22.00 uur binnen zijn en dan gaat om 22.15 het licht uit. Om 8.00 uur moet je dan de herberg verlaten hebben, na gewekt te zijn omdat om 7.00 uur de lichten aangaan, al dan niet gecombineerd met (gregoriaans) gezang. Maar altijd zijn er ook de medepelgrims die het nodig vinden om al voor zes uur op te staan en dan met aanhoudend geknisper van hun plastic zakken de andere pelgrims wakker maken. En daar betaal je dan 5 euro voor, of een ‘donativo’, een naar eigen inzicht te bepalen gift. 

Van deze beschrijving word je misschien niet direct heel enthousiast, maar ik vond de herbergen geweldig. Je ontmoet heel veel andere mensen en vaak is het supergezellig om te klagen over het gesnurk in de vorige herberg of over de blaren die maar niet weg willen gaan. En dan zijn er natuurlijk de ‘menu’s pellegrinos’ die in allerlei restaurantjes voor ongeveer tien euro worden aangeboden. Daarvoor krijg je dan een voorgercht, hoofdgerecht, nagerecht, brood en een fles wijn. Toegegeven, het is niet altijd topkwaliteit maar ik heb heel vaak heel erg lekker gegeten. 

De camino zelf is natuurlijk ook een echte belevenis. Ik heb de camino del norte gelopen, van Irun min of meer langs de kust naar Ribadeo en dan landinwaarts naar Santiago. In sportief opzicht is die camino een stevige kluif, veel zwaarder dan bijvoorbeeld de camino Frances. Dat geldt zeker voor het eerste stuk door Baskenland    waar je voortdurend moet klimmen of dalen en waar je geen horizontaal stukje tegenkomt (afgezien dan van de boulevards in bijvoorbeeld SAN Sebastián). Maar wat een prachtige route is het! Afzien, maar tegelijkertijd ook genieten. En op de camino del norte is het zelfs in het hoogseizoen gelukkig geen optocht in file. Toch is er wel sprake van enige concurrentie om een plaats in de herberg. De herbergen zijn niet steeds op korte afstand van elkaar aanwezig en een paar keer moesten we uitwijken naar een andere slaapplek, maar met een eigen tentje was dat meestal geen groot probleem, al helemaal niet als de herberg over een stukje gras kon beschikken. Leuk zijn ook gesprekjes die je onder het wandelen met elkaar hebt. De openingsvraag ‘where do you come from’ is vaak de inleiding voor de uitwisseling van allerlei wetenswaardigheden. De wetenswaardigheid die ik natuurlijk in petto had was dat ik vier maanden geleden ben gestart in Amsterdam. Dat gegeven baarde her en der enig opzien, want als ik in gesprek raakte met een tot dan wildvreemde figuur dan kreeg ik meer dan eens te horen ‘oh, you are that guy that started in Amsterdam’. Grappig! 

De camino is dus een belevenis, ook zonder onderweg tegen een goddelijke roeping aan te lopen of een wonder mee te maken of diepere religieuze of spirituele inzichten te verkrijgen. Niets van dat alles in mijn geval. Ik heb gewoon gewandeld en voor zover ik dat zelf kan beoordelen ben ik geen rijker mens geworden (mijn bankrekening toont dat tenminste niet aan) en evenmin heb ik onverwerkte gebeurtenissen alsnog verwerkt of ‘een plekje gegeven’. Mijn belevenissen zijn sociaal en aards. Zoals de keer dat ik op camping La Paz in Pendueles stond. Een prachtig mooie camping op een berghelling die uit de zee oprijst. Iets na middernacht brak daar de hel los in de vorm van een enorm heftige storm. In een tijdsbestek van vijf minuten sloeg het weer helemaal om en het was meteen duidelijk dat mijn tentje de grootste moeite had om overeind te blijven. De camping was in rep en roep en overal werd extra scheerlijnen aangebracht. Mijn directe buren waren te laat en zij hadden slechts het nakijken toen hun luifel de lucht in vloog. Bij mijn tentje werden twee haringen uit de grond gerukt en in het donker kon ik die niet terugvinden. Een reserve haring van Jean-Paul bracht gedeeltelijk uitkomt. De andere plek waar de haring ontbrak heb ik zeker een uur lang van binnen uit de tent liggend op mijn buik en met gestrekte arm vastgehouden. Toen het iets rustiger werd heb ik mijn opinel als haring gebruikt en ben ik eindelijk gaan slapen. Helaas bleek de volgende ochtend dat er een behoorlijke winkelhaak in de buitentent zit. Nog steeds een raadsel hoe dat kon gebeuren.

Maar over het algemeen ging alles van een leien dakje en hebben we geen grote problemen meegemaakt. Natuurlijk waren er de onvermijdelijke pijntjes aan voeten en knieën maar nooit zo erg dat de voortgang daardoor in gevaar kwam. Een paar keer hebben we verkeerd gelopen door ergens een pijl over het hoofd te zien of door op het verkeerde been te zijn gezet door een multi-interpretabele pijl. Meestal waren we in staat om op eigen kracht weer op de camino te belanden maar twee keer hebben we externe hulp aanvaard. Een keer was een Spaanse meneer zo aardig om ons met zijn auto weer op het juiste (niet perse het rechte) pad te brengen. Een andere keer voelden we ons genoodzaakt om bij een cafeetje een taxi te bestellen om ons te laten vervoeren naar de herberg waar we zouden overnachten. Ik heb dus twee gaten in het traject van de camino, maar in de wetenschap dat het verdwalen gepaard ging met vele extra kilometers lig ik daar niet wakker van.

Op 25 augustus zijn we aangekomen in Santiago. Iets eerder dan gedacht, maar dat komt omdat Santiago trekt waardoor op het laatst de dagafstanden wat groter werden (steeds om en nabij de 30 km). Ik ben dus precies vier maanden onderweg geweest. En eerlijk gezegd, ik ben blij dat het erop zit. Geen treurigheid in mijn geval omdat de camino tot een einde is gekomen. Geen treurigheid omdat ik afscheid heb genomen van mijn wandelmaatje. Het was fantastisch om te doen en ik ben zeker nog niet uitgewandeld maar voor nu is het even genoeg.

Foto’s

10 Reacties

  1. Trudie Appelman:
    29 augustus 2018
    Gedaan en gehaald, chapeau!! En dankje Frank voor je laatste verhaal. Dit maakt t lange wachten... En de vraag: hoe en waar zou Frank zijn, helemaal beantwoord. Welkom straks weer in ons platte landje.
  2. Patrick Van Doorn:
    29 augustus 2018
    WAUW. Gefeliciteerd Frank. Ik denk dat je pas later gaat beseffen dat je er ook rijker van bent geworden. Echt een prestatie. Neemt niemand je meer af. Genoten van je verhalen. Ik miste ze ook echt als je een tijdje stil was.
  3. Frank van Gemert:
    29 augustus 2018
    Gefeliciteerd met deze prestatie van formaat. Hartelijk dank voor dit teken van leven, want het team begon zich af te vragen of de basisplaatsen herschikt moesten worden. Goed dat je met de benen op de grond bent gebleven, dat is het wandelen vast ook ten goede gekomen. Bravo!
  4. Tom:
    29 augustus 2018
    Mooie prestatie, Frank. Een hele ervaring lijkt me en dat blijkt ook wel uit jouw verhalen.
    Nu nog even tijd voor vakantie en uitrusten!
  5. Michiel murray:
    29 augustus 2018
    Geweldig gedaan Frank. En wat mij betreft jammer dat het over is; ik zal je verhalen in aanstekelijk nuchtere stijl missen.
    Michiel
  6. Leo Spilt:
    1 september 2018
    Wat een geweldige prestatie Frank!! Met plezier heb ik je verhalen gelezen. Knap dat je ondanks de "ontberingen"en het afzien, de moed erin hebt gehouden en je humor niet bent verloren. Ik zou het denk ik niet hebben volgehouden. Ik ben ook meer iemand van de hotels :-)
  7. Peter Klaver:
    2 september 2018
    Mooie prestatie Frank. Dank voor de leuke verhalen, zeer beeldend beschreven. Ik denk en hoop dat deze ervaring je nog heel lang zal bijblijven.
  8. Cees van Altena:
    3 september 2018
    Geweldig Frank, je bent een kanjer.
  9. Marieke:
    5 september 2018
    Bravo :-)
  10. Paul Ram:
    5 september 2018
    Weer knappe jongen ná de kapper, Frank! Ook knappe prestatie dus petje af. Thanks voor alle indrukwekkende foto's en je inspirerende verhalen. Wel jammer dat je zieleheil niet óók een beetje opgekalefaterd is geworden door deze pelgrimstocht, maar ja, daar gaan we nog wel aan werken het komende basketbalseizoen....